Zomertocht 2022

 







 De boot ging 26 maart, kort na de terugkeer van Karien en mijzelf uit Nice te water. Het duurde toen nog wel een dag of veertien, voordat er gezeild werd.

Er zijn in het voorseizoen nog veel verbeteringen aangebracht vanuit het idee: hoe ouder de schipper wordt hoe betrouwbaarder en makkelijker de te bedienen de boot moet zijn. Menigeen stapt dan over op een motorboot om leuk het binnenland in te kunnen; ik doe dat niet, als ik het binnenland in wil neem ik wel een paard, of een motorfiets, of de trein.

Er kwam uiteindelijk een nieuwe stuurautomaat, een nieuw log, hetgeen veel werk was. De belangrijkste innovatie is een verbetering aan de zelfgemaakt lazy Jack (een touwwerk om de zeilen na het strijken op te vangen). Deze constructie was niet geschikt om de zeilen mee te hijsen, maar er is nu een toevoeging waardoor er mee gehezen en gestreken kan worden. Dit is voor een bejaarde solozeiler een grote verbetering.

 

Op 7 juni heeft Karien mij afgeleverd in Hellevoetsluis, maar ik ben pas op dinsdag 14 juni uit H’sluis vertrokken om via de sluis in Stellendam op weg naar Zeebrugge te gaan. 

 

Van Hellevoetsluis naar Zeebrugge, dinsdag 14 juni

Dit is een van de langste tochten van de vacantie: ik ging om 8 uur weg uit H’sluis, was om 9 uur door de sluis en om 20:00 in Zeebrugge.

Het weer was mooi, er was te weinig wind om met zeilen voldoende snelheid te maken zodat ik bijna constant gemotord heb. De wind  ontwikkelde zich tijdens de tocht volgens verwachting. Zodra ik voorbij Westkapelle op Walcheren was, om plus minus 16:00, werd door de opwarming van de lucht boven Vlaanderen de wind  Noordelijk en trok aan. Ik kon toen zeilen, maar hield de motor bij omdat ik langzamerhand stroom tegen had. (Als je nog 15 mijl moet en je loopt 3 knopen duurt het 5 uur, als je dankzij de motor er 5 kunt lopen is dat maar drie uur).

 

De wind werd steeds harder en ik streek de fok en deed zelfs een rif in het grootzeil. Op vijf mijl van de haven was het de gebruikelijke heksenketel: windkracht 6 oid, aan lager wal op de enorme rotsige pieren van Zeebrugge. Gelukkig mocht ik van Port Control meteen naar binnen.

De luwte opgezocht om af te tuigen, en stootwillen en meerlijnen klaar te leggen.

Ik meerde, geholpen door een paar collega-schippers af aan de lange passanten pier van de Royal Belgian Yacht Club. De motor van Akka had de hele dag gewerkt en gaat dan steeds mooier lopen. Één van de collega’s dacht dat het een Saab-motor was, maar het is een 46 jaar oude Yanmar. Vanaf het clubgebouw hoog boven het water heb ik helaas verzuimd een foto te maken van de Akka, die als belachelijk klein bootje tussen al die grote moderne jachten in ligt. Ze wordt elk jaar kleiner!

De volgende ochtend zag ik in de buurt van de boot, diep in de haven van Zeebrugge een zeehondje zwemmen.

 

Een Oel is een zeemansdrol, aldus oom Giel. (Hij groeide op in Muiden, zwom regelmatig in de haven)

Dit fragment is cursief, zodat u gewaarschuwd bent.

Jachten hebben een onderwatertoilet. Het spoelwater komt van buiten, en de productie wordt weer naar buiten gepompt. Een aandachtspunt is kalkvorming in het toilet. Dit kan er toe leiden dat het toilet verstopt raakt. De remedie is niet zelden dat de schipper overboord moet om de afvoeropening vrij te peuteren. 

Iedere schipper heeft dit wel eens meegemaakt. Een goede gebaarde vriend van mij zat na dit karwij aan het ontbijt met nog sporen van deze nuttige klus in de baard.

De manier om dit te voorkomen is regelmatig het toilet te ontkalken, door bij achterlating van de boot wat werkazijn in het toilet te pompen, en deels te laten staan.

De goede procedure voor het toiletgebruik aan boord is: (1) leg wat toiletpapier 

in de pot zodat deze schoon blijft, (2) deponeer op het toiletpapier alles wat je kwijt wil, maar wat wel eerst door je mond moet zijn gegaan, (3) pomp daarna de productie meteen naar buiten, dat bevordert de goede atmosfeer aan boord, (4) gebruik daarna naar behoefte toiletpapier, maar als dit veel dreigt te  worden dan pomp je dit weg en herhaalt stap 4.

Als schipper van de Akka ben ik lang geleden ook wel eens overboord gemoeten, en  en sindsdien een trouwe ontkalker.

Nu overkwam mij met mijn slaperige kop in Zeebrugge, dat ik bij stap 4 in de fout ging, waarna de wc alsnog verstopt raakte, niet door kalk maar door een grote prop papier.

Goede raad was duur, ik had absoluut geen zin om overboord te gaan peuteren. En probeerde het dus moet middelen als ammoniak en werkazijn, en probeerde regelmatig de zaak door te pompen. Er zat enige schot in, het was duidelijk dat er door de prop enig water naar buiten ging. 

Ik besloot in deze verstopte  staat gewoon naar Nieuwpoort te varen, misschien zouden de woelige baren de prop wel verpulveren.

 

Woensdag 15 juni was een ‘rustdag’. Ik heb de goede radarreflector opgehangen, die hangt zo ingenieus dat ik elk jaar twee uur mee bezig ben om uit te zoeken hoe dat ook alweer moest. Boodschappen gedaan en de tocht voor donderdag uitgezocht.

 

Van Zeebrugge naar Nieuwpoort, donderdag 16 juni.

Ik was er via de havenmeester achter gekomen dat de haven wegens het aanlopen en afmeren van een LPG-tanker van half twaalf tot half één geblokkeerd zou worden. Omdat ik met de Akka ook nog een half uur nodig zou hebben om de grote haven te verlaten, voor het binnen lopen van de LPG-tanker moest ik voor elf uur buiten zijn. Op weg naar Nieuwpoort een afstand van 23 zeemijl. Bij het verlaten van de haven werden we gepasseerd door een op volle kracht varende sleepboot, die enorme golven trok, duidelijk op weg naar de geplande LPG-tanker.

 

De Akka stond op haar kop, maar ontlastte zich niet.

 

Omdat er voor de kust van Nieuwpoort vaak schietoefeningen zijn, die je dwingen tot omvaren ben ik meteen maar omgevaren zodat het 30 mijl werd. De stroom stond van half negen tot één uur goed op dit traject zodat  Ik eigenlijk twee-en-een-half-uur te laat buiten was

 

Het was echter het mooiste weer van de wereld, met een mooi lopend windje pal achter, relaxed zeilend langs de Vlaamse Kust zoals het in mijn herinnering altijd is geweest, en behoort te zijn. Totdat ik er om half twee achter kwam, dat we op het log, een meting door het water, nog wel een mooie vijf knopen liepen maar op de GPS, een meting over de grond  nog maar 2,5. Dus toen moest de motor er maar weer bij. 

In de monding van de IJzer, de rivier waar Nieuwpoort aan ligt, wordt momenteel een waterkering aangelegd. De werkzaamheden maken de doorgang ter plekke nauwer. Ik heb er niet veel hinder van gehad.

In Nieuwpoort is het altijd goed toeven, de faciliteiten zijn prima. Je kan met een gratis fiets naar het stadje om boodschappen te doen. Er zijn uitstekende viswinkels en de familie Kok heeft er vele vakantieweken doorgebracht.

Uiteindelijk  ben en ik er drie dagen gebleven.

Cursief vervolg: de regelmatige pogingen tot doorpompen van het toilet heb ik voortgezet. Karien stelde voor met een ander middel te gaan doorpompen. Ik bedacht me dat ik vloeibare groene zeep aan boord had en besloot dat door de WC te gaan pompen. Toen ik na het pompen een keer keek naar het water rond de plaats van de afvoer zag ik duidelijk een zeepwolk. Dat leek me een goed teken. Na nog een paar keer doorpompen, was er de doorbraak. De Akka zuchtte diep uit haar ingewanden van genoegen.

 

Van Nieuwpoort naar Duinkerk, maandag 20 juni.

Dit is geen grote afstand 15 zeemijl. Er stond een flinke wind kracht 4 soms 5 mee. Ik voer uit met een rif in het grootzeil. Vlak  buiten de haven was de zee nogal onstuimig, verderop werd het, zoals gebruikelijk rustiger. Om 10:45 was ik buiten.

Het ging snel. Ik heb deze route met Karien zo vaak gevaren dat de boeien persoonlijkheden voor ons zijn. Bij de belangrijkste eerste grote boei waar je langs komt, de Oostduinkerke, stuur ik altijd even een smsje naar Bart, de man van Geraldien, om hem de groeten vanuit dat plaatsje te doen. Hij heeft daar leren surfen in de tijd dat wij inclusief mijn dochter daar ook in de buurt zaten. De volgende grote boei is de groene Trapegeer, dan weet je dat de Franse grens met de geul Passe de Suudcote richting kust nabij is. 

Daar beginnen de beruchte banken van Duinkerk die het mogelijk maakte dat deze stad in onze Hollandse geschiedenis een berucht kapersnest kon worden. Voor de Fransen is de grote held daar de vrijheidstrijder Jean Bart, die het vak geleerd hebbende bij de Ruyter, ten tijde van hongersnood Hollands graan wist te  veroveren.

Omdat de wind wat minder was geworden haalde ik in de Passe het rif eruit en verwisselde de Belgische beleefdheidsvlag voor de Franse. Daarna ging het snel door de brede geul die daar dicht bij de kust loopt helemaal langs Calais tot Cap Gris Nez. 

Toen Duinkerk dichtbij kwam heb ik het grootzeil gestreken, teneinde makkelijk op de fok te kunnen aanlopen.

Rond 13:45 lag ik afgemeerd in de haven.

Ook aan Duinkerk heb ik veel herinneringen. Duinkerk was de eerste Franse stad die ik, vermoedelijk in 1976, met Karien met een eerdere Akka, de  blauwe Akka,  bezocht.

Later eten in het stadje in brasseries bij het beeld van Jean Bart, lang geleden met Karien en de kinderen. En nog later met mijn broer Han. Ook kijken naar het vuurwerk op quatorze juillet.

 

 



Van Duinkerk naar Ramsgate 22 juni 2022

De tocht gaat langs de potloodlijn in het bovenstaande kaartje. En bestaat uit 3 delen.

1) Een stuk van 10 zeemijl langs de Franse kust ten zuiden van de banken van de oosthaven van Duinkerk tot Graveline, met een koers iets zuidelijker dan West.

2) De feitelijke oversteek, met wat knikken en een lengte van 27 zeemijl van voor de kust van Graveline tot een punt 6 zeemijl oost van Ramsgate. Globaal richting Noord West.

3) Het Ramsgate kanaal, van de ingetekende boei Goodwin Knoll bij de knik tot Ramsgate, 6 mijl, pal west.

 

Langs de Franse Kust tot Graveline.

Ik was om 10:45 buiten, een mooi windje NO dus bakstag, snelheid 5,5 knoop.

We waren met een groep van een stuk of 10 jachten ongeveer gelijk vertrokken.  Als kleinste was ik al gauw de achterste. Maar ik hield ze wel tot Graveline in zicht. Graveline is van belang omdat daar voor de kust een ondiepte Haut Fond de Graveline afgedekt met een westboei ligt die de westelijke grens van de banken van Duinkerk markeert. Er was geloof ik maar een jacht uit het konvooi dat ook daar de oversteek inzette, de rest stormde door naar Cap Gris-Nez en het zuiden zoals het hoort in de vakantie. Ik was rond 12:00 bij de boei. Ik zette een rif in het grootzeil omdat we nu hoger aan de wind gingen varen.

 

De Oversteek

Op het eerste stuk had ik uit willen komen bij de Ruytingen NW, maar die haalde ik niet. Ik ging op dit stuk halve wind, maar de stroom zette me daar nog naar het westen. En kwam halverwege tussen de Ruytingen SW en NW uit. Daar kom je in de NW-gaande shipping lane, aangegeven door de paarse pijltjes. De shipping lane is daar zo een mijl of drie breed. Je moet deze lanes haaks oversteken, althans je moet haaks varen, maar hoeft niet, eigenlijk mag niet, compenseren voor de stroom zodat je zo snel mogelijk uit de lane bent. Ik heb niet hoeven wijken. En kwam een stukje ten oosten van de grote Sandettie boei uit. Ik was daar om kwart voor drie.

Voorbij de scheidingszone, de Sandettiebank, krijg je te maken met twee scheepvaartstromen.  Eerst de NW gaande diepwaterroute (het NW-gaande stuk aan de franse kant is niet zo heel diep). En daarna de ZO-gaande shipping lane. Ik stak de diepwaterroute zonder problemen over en kwam in de buurt van de gele F1 boei uit.

De wind was wat afgenomen en daarom wilde ik daar het rif eruit halen, er was geen scheepvaart in de buurt. Het probleem met een boei op stromend water is echter dat hij vaart door het water met de snelheid van de stroom! Als je niet zo goed weet hoe de stroom op dat moment staat, en omdat de zee woelig is je ook de boeggolf van de boei niet kunt zien, en je bent ook aan het ontreven, dan is dat erg lastig. Ik moest de motor starten om flink uit zijn buurt te blijven. Geen verdere problemen met de scheepvaart gehad.

Om een uur of vier was ik uit de scheepvaartroutes en zag het grote E Goodwin Platform, een goedkope vervanging van een lichtschip.

Tegen die tijd begint de stroom daar richting naar ZW te lopen.  Ik kwam dus niet zoals ik hoopte bij de E Goodwin boei, maar bij het grote platform.

En ik kwam daar ook niet  weg. Wegkruisen richting NE Goodwin lukte niet; ik kwam niet bij het platform weg. Visserman varen geprobeerd, dat is fok inrollen, grootzeil strak, de motor flink bij. Ook dat schoot niet erg op, ik maakte zo een twee knopen. Dat ging een latertje worden. De E-Goodwin boei kwam maar niet in zicht. Toen als waypoint de NE-Goodwin, waarmee ik in ieder geval vrij van de ondiepten zou blijven, vervangen door de E-Goodwin en maar een meridiaan: 1 graad 36 min E, bepaald waarvan ik oostelijk moest blijven om veilig te zijn. Allemaal op de GPS. 

Die strategie werkte, ik kon nu bijna recht op E-Goodwin aansturen. Toen ik hem in zicht kreeg, de dieptemeter geruststellende waarden gaf, en ik ook geen branding zag, durfde ik deze oostboei wel ten westen te passeren. Om 18:25 had ik hem op korte afstand dwars, en ging door naar de Goodwin Knoll. Daarvan ging ik pal voor de wind op Ramsgate aan. 

Toen Ramsgate in de buurt kwam vond ik dat het grootzeil weg moest, nu is het voor de wind strijken van het grootzeil erg lastig, ik besloot ten noorden van het kanaal, waar het diep genoeg is te gaan varen, en halver wind het grootzeil te strijken.

Dat is op woelig water een lastige klus. (Wat wel goed gaat is met de fok bij tamelijk hoog aan de wind varen, en dan het grootzeil te strijken, achter de fok)

Toen de klus geklaard was, zat ik een flink stuk ten noorden van het Ramsgate kanaal. En de stroom liep inmiddels Noord. Dus ik was nog een hele tijd aan het ploeteren voor ik weer in het kanaal was en kon aanlopen. Om 20:30 was ik binnen.

Lessons learned.

 

 

 

DERTIG JAAR EN 10 DAGEN IN RAMSGATE

 

 

De dertig jaar

 

In 1991 was Ramsgate voor ons dat andere stadje waar je heen kon. Je ging natuurlijk vanuit  Calais naar Dover, want de kortste oversteek. Bij aankomst   moest je een gele vlag in het stuurboord-want hebben. Want de UK was nog niet toegelaten tot de EEG dat  was met de huidige Akka, met Karien, Geraldien en Henk. Nu in 2022 was datzelfde vlaggetje weer erg handig, want wegens Brexit verplicht.

 

Vandaar uit was er een andere plaats: Ramsgate, door beschut en goed betond water -de Gull stream- in één  tij te bereiken. De Gull Stream ligt tussen de beruchte Goodwin Sands en de Engelse kust.

 

We gingen vaak van Dover door naar Ramsgate en  kwamen daar  meestal in de buitenhaven terecht,  niet met elk weer comfortabel. Vanuit Ramsgate ondernamen we al gauw tripjes over land om meer van Engeland te zien, bijvoorbeeld Canterbury met zijn indrukwekkende gotische Cathedraal, en natuurlijk ook Londen. Veel geld hadden we niet, we waren arm in 4 muntsoorten: Ponden, Belgische en Franse Franken, en Guldens.

 

We hebben vanuit Ramsgate, één poging ondernomen om verder naar Queensburrough te varen. Een tocht waar ik me, vanwege de slechte voorbereiding nog steeds een beetje voor schaam, gelukkig is iedereen het vergeten.  Op een gegeven moment, we waren nog niet bij North Foreland vroeg Karien: “hoe laat denk je dat we ergens zijn?”. “Twee uur vannacht” moest ik bekennen. “Zullen we dan maar teruggaan” zei ze vriendelijk.

Dus dat deden we maar. Van die terugtocht herinner ik me heel grote golven die de Akka prachtig nam. 

Pas in 2015 met broer Han, na inmiddels op Wight en Alderney geweest te zijn. En grondig gidsen te hebben bestudeerd heb ik me weer in de Thames-monding gewaagd.

 

Met Karien en de kinderen en de kinderen kwamen we in die begintijd vooral in het lage deel van de Ramsgat,  pas later ondekte ik de wandeling naar Pegwell Bay. Met zijn nagebouwde Vikingschip waarop de Angelen en Saxen naar Engeland zouden zijn gekomen. En de reeks van sportvelden waar Engelsen keurig allen in gelijke sportoutfit sporten als croquet en cricket speelden.

 

In 2019 was ik voor het laatst in Ramsgate geweest. Ik had daar twee ervaringen die me sterk zijn bijgebleven:

 

Een soundscape

Ik lag afgemeerd vlak bij de westpier, met het rode licht van de haven. Wandelend op die pier hoorde ik uit het vuurtorentje van het rode licht het geluid van zeer geroutineerde radiotelegrafisen die volgens een beschrijving de namen van 800 of zo op de nabijgelegen Goodwin Sands vergane schepen uitzonden.

Ik vond het een zeer geslaagde poging om de vele drama’s die zich daar hebben afgespeeld uit te drukken

 

Een amfora?

Er ligt in die buitenhaven een schip waarmee duikers de zee opgaan.  Ik liep er een keer langs en zag ze iets afspuiten dat deed denken aan een soort amfora, de stenen kruiken waarin men in de oudheid allerlei produkten vervoerde en bewaarde.

Ik sprak die mensen aan en vroeg wat het was, een soort Amfora? Ja ze dachten van wel, en waren heel vriendelijk. Maar nee ik mocht het ding niet fotograferen, 

en ze vertelden ook niet waar ze het gevonden hadden.

 

De 10 dagen 

Op Woensdag 22 juni 2022  om 20:30 scheepstijd, ik houd in Engeland altijd de Nederlandse tijd aan, lag ik afgemeerd in de  buitenhaven.  De gele vlag in het stuurboord-want. De avond ervoor in Duinkerk had ik op een website gekeken naar de formulieren die voor aankomst moesten worden ingevuld. Ze kwamen van een website en ik verwachtte ze daar electronisch te kunnen invullen. Ik heb veel met Engelse IT-ers samengewerkt, maar 5 jaar na het referendum moesten de formulieren geprint, ingevuld en opgestuurd worden. Ik had daar geen gelegenheid meer voor en heb de formulieren ingevuld meegenomen,  maar niet opgestuurd.

Na afgemeerd te zijn in Engeland moest je een nummer bellen, en je melden.

Dat ik de formulieren niet opgestuurd hadden, werd me niet te zwaar aangerekend, en ik werd telefonisch door de douane ondervraagd. 

Vraag:    “is er een besmettelijke ziekte aan boord”; wat kun je als solozeiler anders zeggen dan “ik hoop het niet”. Maar ik mocht blijven, en ik werd de volgende ochtend ook ge-cleared door de Border-force.

 

Het personeel van zowel de douane als de Boderforce was heel beleefd en zelfs belangstellend: “hoe lang blijft u hier”. Maar het had ook iets van geforceerd niet meer bij Europa horen. Zoals altijd op een jachthaven waren er afvalcontainers, min of meer uitgesplitst naar soort afval: groente, papier en karton, glas, blikken. Maar er was één nogal opvallende container met het opschrift: “food from the continent, to be destroyed”.

De meeste Engelsen die ik gesproken heb betreurden de Brexit zeer. De eigenaar van de watersportzaak vond zelfs dat er snel over heraansluiting bij Europa moest worden onderhandeld. 

 

De Soundscape

Toen ik de volgende dag geïnstalleerd was, en boodschappen had gedaan ben ik op zoek naar de Soundscape gegaan. Bij het vuurtorentje van het rode licht op de westpier, waar de installatie in 2019 zat, was geen spoor meer van de Soundscape. De student die als vakantiebaantje het betaalkantoortje op de westpier bemande, wist niet waar ik het over had. Maar er is ook nog een officieel havenkantoor voor de hele Royal Harbour, dus niet alleen de Marina maar ook alle professionele vaart. Daar was een medewerkster die van het Soundscape wist. Het was verwijderd omdat er klachten over geluidsoverlast waren. Als ik morgen terugkwam had ze de gegevens van de kunstenares die het bedacht had. 

 

De volgende dag kreeg ik het E-mail adres van  Theresa Smith de drijvende kracht van de kunstenaarsgroep Mooch. ( ‘Mooch’ betekent zoiets als ‘schooien’ of ‘bietsen’ ).  Het is voor zover ik weet een projectorganisatie van wisselende kunstenaars, gericht op Ramsgate en haar bevolking. Het project dat de soundsscape geproduceerd heeft heet “worse things happen at sea”.


Het concept van “worse things happen at sea” is ontleend aan de vader van Theresa. Die was telegrafist bij de Navy, en zei regelmatig “worse thing happen at sea” zonder erbij te vertellen wat daar nou precies gebeurde. 

Een link naar de website van het project van Mooch met het soundscape 

Worse things happen at Sea.

 

https://www.mooch.co/project/worse-things-happen-at-sea



Ik heb een rustige tijd in Ramsgate doorgebracht. Vrijdag 23 en Zaterdag 24 juni ben ik volgens de traditie in kroegen met live-music geweest. Het viel me tegen ik kende de muziek niet, maar de meeste gasten zongen wel mee.

 


Donderdag 30 juni had ik met Therese van Mooch afgesproken in de Kings Head, en daar was die avond wel leuke maar luide muziek, en dat was niet onze bedoeling. We zijn naar de omgebouwde oude speelhal gegaan, en daar was het op zich goed toeven. Ter afsluiting bood ik Theresa een glas port aan. Zij kon het op haar Iphone bestellen, en het werd vlug geserveerd; met ijs?! Sinds Brexit zijn ze helemaal de kluts kwijt!

 

Van Ramsgate naar Duinkerk  2 juni

 

Ja, ik kan het ook niet helpen. Maar er wordt wel gezegd “a good sailor is a rather dull person”. Daar wordt mee bedoeld dat er op een schip naar gestreefd wordt om alles zo veel mogelijk via vaste routines en routes te doen. En dat doen saaie personen vaak heel goed. Zo krijg je de beste praktijk; wanneer je veel experimenteert dan gaat er ook veel mis. Ik had twee jaar nauwelijks op zee gevaren, maar had gemerkt dat mijn routine snel terugkomt. 

Dit verslag is, gelukkig, vergeleken met dat van de heenreis, ook een beetje dull.

De terugtocht van Ramsgate naar Duinkerk,  volgt dan ook de route van de heenweg. En gelukkig had Karien een schriftje “Vaaraanwijzingen van de Akka“  opgestuurd. Het tijdstip om te vertrekken is namelijk vanuit Ramsgate lastig, daar kan je lang op zitten rekenen zonder goed resultaat. En dat is op meer plaatsen zo, vaak ontkom je niet aan een tijdje stroom tegen, en het scheelt een hoop tijd als je een redelijke compromis weet. In plaats van alle mogelijheden door te rekenen.

 

In het schriftje staat  voor Ramsgate -> Duinkerk: Vertrek Hoog water Dover min 4 uur.  Voor mij betekende dit elf uur, dat het uiteindelijk toch 1200 werd komt omdat solozeilers altijd vreselijk veel tijd nodig hebben. Je moet alles helemaal voorbereid hebben, voor dat je met goed fatsoen iemand kan vragen je even uit de  box te helpen.

 

De tocht gaat in grote lijnen langs dezelfde potloodlijn als op het kaartje van Duinkerk -> Ramsgate, maar natuurlijk in omgekeerde volgorde.

 

En zijn drie delen:

 

1) Het Ramsgate kanaal, Ramsgate tot de ingetekende boei Goodwin Knoll, 6 mijl, pal oost

2) De feitelijke oversteek, met wat knikken en een lengte van 27 zeemijl van de ingetekende Goodwin Knoll tot de kust van Franse kust voor Graveline. Globaal richting Zuid Oost.

3) Een stuk van 10 zeemijl langs de Franse kust ten zuiden van de Duinkerkse banken van Graveline  tot de oosthaven van Duinkerk, met een koers iets noordelijker dan Oost.

 

Ramsgate tot Goodwin Knoll (1)

Ik kreeg van Port Control toestemming om te vertrekken, mits ik meteen naar zee ging. Er gingen achter mij aan wat snelle boten van de Borderforce naar buiten om te oefenen. Ik was daar in eerste instantie niet blij mee. Ik wilde liever in de buitenhaven het grootzeil hijsen. Eenmaal buiten was ik er wel blij mee, het waaide gewoon te hard voor het grootzeil. De haven van R. Is bij laagwater heel beschut zodat je geen goede indruk van de windsterkte krijgt. En de enkele genua bleek meer dan genoeg.

Het schoot wel lekker op, en de Akka wordt blij als een jong veulentje. Ik stuur haar dan  met de hand, met strakke teugel, dan vaart ze in een rechte lijn en gaat het harder, anders springt ze maar wat in het rond.

 

De oversteek (2)

Het eerste stuk is van de Goodwin Knoll tot de South Falls het begin van de shipping lanes vanaf de Engelse kust een afstand van 10 mijl. Dit was hoger aan de wind,   Maar niet helemaal scherp. De Akka  bleef goed  doorlopen.  Ik zag op een bepaald moment een tegenligger die op de motor, zonder zeil op komt aanvaren, met een mooie bakstagwind. Wat zulke mensen bezield?  

Ik heb nog een korte tijd een paar slagen in de genua gedraaid, maar die konden er al gauw weer uit.

Voorbij de South falls krijg je twee shipping lanes: eerst de zuidoost gaande, en daarna de noordwest gaande diepwaterroute. In de laatste heb ik geen schip gezien, in de eerste kwamen er twee uit de verte op me af, maar ze zijn zo bij je! Ik was ondertussen al een stukje door de stroom van de South Falls weggezet..

Ik heb de volgende strategie toegepast :

- op het oog leek vóór de schepen langsgaan niet onhaalbaar.

- in de lane zit bij South Falls een knikje naar rechts, de schepen zullen geneigd zijn de bocht een beetje af te snijden.

- op de brug kan men zien hoe het schip en de Akka, gegeven de huidige snelheden elkaar zullen gaan passeren, of treffen.

Dus starte ik de motor en liet de snelheid oplopen. Als het al niet zo was, dan zou ik nu waarschijnlijk een beeld op de brug laten zien dat ik vóór langs wilde gaan.

Daarmee kenden ze op grote afstand mijn plannen al. Ik heb in dit soort gevallen sterk de indruk dat ze je, als het niet in hun nadeel is, best je zin willen geven. En een pietsie in jouw voordeel bijsturen. Dan verg je verder geen aandacht meer van hen.

 

Op de Sandettie

De wind nam wat af. Daarom besloot ik toen ik ook de Sandettie WSW  ver aan bakboord gepasseerd was, het grootzeil bij te zetten. De zee was was inmiddels wat rustiger, maar dit is voor een solozeiler nog altijd lastig. Ik deed het hoog aan de wind zeilend op de fok, en ik heb al beproefde middelen om de lay jacks te kunnen gebruiken. Ik ben nog een innovatie aan het voorbereiden, maar die moet eerst, want experimenteel, onder heel rustige omstandigheden uitgeprobeerd worden.

Toen het grootzeil eenmaal stond begon het zo langzamerhand mooiweer zeilen te worden. Maar de voortgang bleef rond de 5 knopen. Er was geen verkeer waar ik last van had in de noordwest gaande shipping lane. Wel begon de Haut Fond de Graveline een issue te worden. Ik moest daar, met westenwind ten westen langs. Anders zou ik tussen de banken door naar Nieuwpoort moeten, en dat had ik niet voorbereid. 

Ik begon maar met proberen de Ruytingen NW ver oost te houden. { Het was in 2018 denk ik, dat ik met Han ook die situatie heb gehad. Maar toen hadden we een veel betere electronische kaart op de Ipad, en kon Han door het kajuitsvenster  de koers ten opzichte van  de HF G in de gaten houden, en kwamen we er mooi scherp langs }

Nu moest ik meer marge nemen, en dus omvaren.

 

Ik was om 19:00 tussen de boeien van het vaarwater langs de Franse kust. De wind was weer aangetrokken, ik rolde de genua in, liet het grootzeil staan zette de motor bij. We bleven goed snelheid houden gelukkig. want het was nog een heel stuk. Pal voor de wind, en de golven bouwden zich op. 

Het zal om half negen of zo geweest dat ik Duinkerk aanliep. Diep in de haven werd het rustiger en kon ik het grootzeil strijken. Ik werd dankzij mijn internetaansluiting door Henk, in Den Haag, midden in de haven gespot.

De schipper wist de Akka nog in een heel mooi boxje diep in de haven te parkeren, het was hardstikke druk, maar een kleine boot heeft vele voordelen.

 



Het vakantieseizoen was duidelijk aangebroken. Om een of andere reden werd er geen havengeld geïnd. Naar verluidt waren er problemen met het betalingssysteem, en het personeel was ook niet aanwezig.  Als er dan s’ochtends 10 grote jachten vertrekken, dan verdwijnt er zo een paar honderd Euro. Ik deed wat andere mensen ook zeiden te doen. Een mailtje met je gegevens naar het secretariaat gestuurd, en een uitnodiging een rekening te sturen. Ik heb daar tenslotte altijd prettig gelegen. 

De drukte op de haven was gezellig. Ik heb een man gesproken die rond een huis in Brabant zes IJslandse ponies had lopen. Een Zweed op weg naar huis wilde langs de Staande Masten route zoveel mogelijk door Nederland varen. Ik heb hem uitgelegd dat hij vooral ook naar Groningen moest gaan, en dat hij  vandaar door kon naar Delfzijl en over de Eem naar Borkum. ( dat hebben Karien en ik in 1977 met de blauwe Akka gedaan ). Dan was hij al zowat thuis.

 



 

 

Op 4 juli vertrokken naar Nieuwpoort.

Het begon als  mooi weer zeilen, met voltuig en  een mooie snelheid. Het was al wat later op de dag, en het mooie weer zorgde al snel voor het aantrekken, van de wind. In de Passe de Sudcote, heb ik het voorzeil helemaal  ingerold, en op het grootzeil verder.

Bij de haven bleek er wedstrijden in verschillende klassen aan de gang. Ik schat toch wel een paar honderd boten, en die wilden allemaal net achter mij aan naar binnen. Ik was voor de wind naar binnen gevaren,  met het grootzeil bij. Ik moest dus nog een keer draaien en terugvaren om tegen de wind het grootzeil te strijken. Dat ging prima, de wedstrijdboten bleven netjes aan hun eigen kant. En de stuurautomaat stuurt op rustig water heel precies. Toen alles opgeruimd was, draaide ik weer terug en ging met de stroom mee, naar mijn al  telefonisch besproken box. 

Op een gegeven moment, ik voer heel rustig , zeilde er een optimist met een meisje van een jaar of 10 rechts van mij, die duidelijk naar haar haven aan de linkerkant wilde. Ze trok de schoot wat aan en begon mij voorbij te lopen. 

“Goedzo  meisje zei ik”, ze keek even om en stak toen vlak voor de boeg van de Akka over naar links. Uit mijn positie leek het of ze even moest bukken voor mijn anker. What a girl!

 

In Nieuwpoort was er nog een missie. We zijn altijd heel veel in Nieuwpoort geweest. Het is daar comfortabel. Je kan er fietsen lenen. En prima wandelen. Er is daar een havenmeester die wij vanaf het begin kennen. Wij noemden hem de “latin lover”, omdat hij er als zodanig uitzag. Het vak havenmeester is daar min of meer afgeschaft, iedereen is havenmeester want kan de betaling voor een ligplaats afhandelen. De meesten weten weinig van varen. Hij wel en dus moet hij als het stormt  ‘even’ zorgen dat de boten goed liggen.

Nu gaat de “Latin lover” binnenkort met pensioen, zijn haar is ook niet meer zwart. En ik ben hem natuurlijk een handje gegeven, mede namens Karien, en verklapt hoe we hem altijd noemden. Hij moest er erg om lachen, en zei dat hij er  veel te weinig van geprofiteerd had.

 

 

Wat in Nieuwpoort ook nog opvallend was is het volgende:

 


 

 Uit de automaat komt na 3 minuten een redelijke pizza,  voor een tientje. Ze zijn natuurlijk vooral goed met gesmolten kaas. Verse groente lijkt me moeilijk in een automaat. Ik had een Hawaï-pizza die was niet slecht, maar door het vocht uit de ananasschijf was de bodem niet zo krokant als je zou willen.

 

 

Vrijdag 8 juli Nieuwpoort Zeebrugge.

Het weer verloopt hier volgens een vast (tropen)rooster. S’ochtends weinig wind en soms zelfs wat wolken. In de loop van de dag als het land warmer wordt, dan wordt de wind langzaam harder. Om een uur of 5 is hij op zijn maximum en s’avonds neemt hij weer af.  

Zo ook op 8 juli. Ik ging om een uur of negen weg. Was rond 10 uur buiten. De dag ervoor had het hard gewaaid en daarom stond er nog wat golfslag. Omdat er nu maar weinig wind was vond ik dat  nogal storend. Daarom hield ik de  motor bij. Langzaam nam de wind wat toe en voorbij Oostende kon de motor uit.

En heb ik een flink stuk goed gezeild. In de buurt van  Blankenberge, heb ik het grootzeil, achteraf gezien te vroeg gestreken. Ik wilde handig met de makkelijk hanteerbare genua aanlopen. Dat heb ik geweten! Ik deed er natuurlijk langer over om bij de grote haven aan te komen. Er stond al wat stroom tegen, dus erg hard ging het niet. 

Toen ik eindelijk de signaallichten  (groen groen wit)  kon zien en via de Marifoon om toestemming vroeg de haven aan te lopen, zei Port Control: u moet even wachten, we hebben nog wat uitgaand verkeer, en zette de lichten op rood. Er kwam een coaster naar buiten, en een tijdje daarna een havensleepboot ( niet heel groot en wendbaar als een jacht, dus eigenlijk geen belemmering ) maar PC   liet het licht op rood, en dan weet je dat je geen toegang mag vragen.

De tegenstroom nam langzamerhand toe, en ik was aan lager wal rondjes aan het draaien om niet voor de havenopening te komen en het verkeer te belemmeren. En ik maar wachten. Ik was aan de westzijde van de opening, maar aan de oostzijde gingen er een paar kleine bootjes uit, dat wordt haast altijd toegestaan. En ik maar wachten.  Na zeg maar drie kwartier rondjes  draaien, ging er aan de oostzijde een jacht, door rood dus, naar binnen. Ik roep PC op: er gaat een jacht naar binnen, hij zette het licht op groen. Ik: mag ik dan ook naar binnen? PC: aan welke kant ligt u? ( Al drie kwartier lag ik vlak onder zijn ramen rondjes te draaien!) Ik: aan de westzijde. Ik mocht ook naar binnen. En tegelijk kwam er een coaster naar buiten! Hoe incompetent kan PC zijn.

 

Afgemeerd. De volgende dag ontdekte ik dat een bout van de motorfundering los zat. In overleg  met broer Han een noodreparatie uitgevoerd. Het voortdurend ronddraaien voor de woelige haven, met vaak flink gebruik van de motor was niet de oorzaak, maar wel de aanleiding van dit probleem.

 

Ik begrijp inmiddels waarom Port Control mij niet zag. Hij heeft weliswaar grote ramen in zijn post, maar ook een scherm met schepen die AIS hebben daarop.

( AIS is niet hetzelfde als radar, het is een systeem waarmee schepen binnen een bepaalde cirkel elkaar binnen de cirkel geplot op een scherm kunnen zien).

En als je niet op het scherm staat tel je niet mee. En zo gaat de vooruitgang onstuitbaar verder.

 



 Van Zeebrugge via Stellendam naar Hellevoetsluis 12 juli 2022



 

De dag voor het vertrek had ik veel aandacht besteed, aan de strategie hoe in deze lange tocht met de stroom om te gaan. Ik doe er namelijk minstens 12 uur over, dus je krijgt met tegenstroom te maken. 

 

De avond voor het vertrek at ik s’avonds met een man uit Hamburg, Dieter, die ook alleen, op een grote catamaran  voer. Hij had na een oversteek twee jaar met zijn gezin op dat schip aan de noordoost kust van zuid Amerika o.a. Suriname uitgebreid bezocht. Had het schip een winter daar achter gelaten, en het door anderen naar Noord Spanje laten brengen. Was nu bezig het in zijn eentje naar Hamburg te brengen.

Het project “oceaanzeilen” was voor hem afgesloten; hij was bezig de boot op te knappen en wilde hem verkopen. Het nieuwe project was “the ironman” (3,8 km zwemmen, 180 km fietsen en een marathon van 42,2 km lopen) volbrengen. Maar vooral zo snel mogelijk naar zijn gezin.

 

Hij zou dinsdag de 12-de ook verder gaan en hoopte minimaal Scheveningen te halen. Voor die grote Catamaran ging hij uit van een kruissnelheid van 5,5 knoop, terwijl ik voor de Akka uitga van 5 knoop. We lagen al een paar dagen bij elkaar in de buurt en hadden elkaar veel gesproken, en elkaar geholpen bij het verhalen om water of brandstof te tanken. Met harde ruime wind zou de Catamaran waarschijnlijk het snelste zijn, als het hoog aan de wind varen werd, de Akka. Er was echter haast helemaal geen wind, het werd motoren. 

 

 

Nu de strategie hoe met de stroom om te gaan.

 




De tocht waar we het over hebben voert van Zeebrugge, op het kaartje bij de letter Kvan Knokke, langs de kust van Zeeland naar het noordoosten tot de Haringvliet. Via de Goerese Sluis bij Stellendam, op het kaartje bij de letter H van Hellevoetsluis. Naar de Heliushaven bij Hellevoetsluis, op het kaartje bij de letter v van Hellevoetsluis. Voor de toegang naar de sluis ligt dan nog het Slijkgat, een kronkelige geul om en door het gele zand, boven de p van Ouddorp. 

Ik noem ook even de Roompotsluis, dat is de toegang tot de afgesloten Oosterschelde, die bevindt zich in de verdikking van Oosterscheldedam tussen Kamperland en Burgh-Haamstede.

 

De eerste, naïve, gedachte is dat de stroom zoals die al vanaf Cap Gris Nez doet, braaf de kustlijn volgt. Die gedachte is fout want tussen Zeebrugge en Westkapelle (op de westelijke punt van Walcheren precies onder de van Domburg ), doorbreekt de krachtige rivier de Westerschelde dit patroon.

 



De monding van de Westerschelde ligt vol zandbanken en vaargeulen. Ik beperk me tot hetgeen voor het verhaal van belang is.

Voor Zeebrugge langs de kust van Zeeuws Vlaanderen loopt een drukke scheepvaart route de Westerschelde in. Van Vlissingen langs de zuidwest kust van Walcheren naar Westkapelle loopt een scheepvaartroute Het Oostgat die weer aansluiting voor de scheepvaart geeft op de scheepvaartroute van Cap Gris Nez naar Rotterdam.  ( die laatste is niet ingetekend ). 

Voor het verhaal is de monding van het Oostgat bij Westkapelle van belang, deze ligt ingeklemd tussen de kust van Walcheren en een ondiepte de Botlek.

Het middenstuk tussen het Oostgat en het andere Vaarwater van en naar de Westerschelde heet de vlakte van Raan en is bevaarbaar voor jachten, maar te ondiep voor grote schepen. De Rassen is de naam van een betond geultje ten zuiden van de Botlek, waarmee je vanaf de Vlakte van Raan in het Oostgat kunt komen en vice versa. Van Zeebrugge of Blankenberge over de vlakte van Raan, door de Rassen en de monding van het Oostgat langs Domburg naar de Roompotsluis en vice versa is een bekende route.

 

Hoe je met de ebstroom vanuit Zeebrugge naar het zuidwesten moet is makkelijk. Zodra de stroom naar het zuiden kentert ga je mee, de kracht van de Westerschelde zal je alleen maar helpen.

Met de vloed mee naar het noorden is veel lastiger. De vloedstroom langs Zeebrugge staat in principe tegen de richting van de rivier in, maar wint het langs de Vlaamse kust wel, en brengt je naar Cadzand en Breskens. 

De sleutel om naar het noorden te gaan zit in het feit dat er bij Hoogwater Vlissingen een krachtige stroming uit het Oostgat richting Noord begint te lopen.

Om bij Westkapelle te komen, moet je bijna evenveel naar het oosten als naar het noorden. De afstand van Zeebrugge naar Westkapelle is 20 zeemijl, dat moet je in vijf uur kunnen doen. Als je met Hoogwater Vlissingen bij Westkapelle wilt zijn, dan moet er in de vijf uur een hoop water naar het Oosten stromen, om het Hoogwater bij Vlissingen te kunnen veroorzaken. En die stroming helpt je om naar het oosten te komen.

 

Op 12 juli was het om 13:26 Hoogwater Vlissingen, dus dan moest ik bij WestKapelle zijn om die krachtige stroom naar het Noorden te pakken.  Op dezelfde dag zou de stroom bij het begin van het Slijkgat rond 17:00 van noord naar zuid kenteren.  Ik zou dus 3,5 uur stroom mee hebben op het traject, Westkapelle-Slijkgat van ongeveer 20 mijl. 

Ik vertrok om 7:45 uit de Marina, vlak voor een uitvarende LPG-tanker. Dieter was toen al een half uur weg. Ik had hem mijn strategie verteld, maar ik had niet de indruk dat hij deze zou volgen. Dat zou voor hem ook lastig zijn geweest; ik kende het geultje de Rassen naar het Noordgat, voor hem zou dat een hele uitzoekerij zijn, als hij de kaart daarvoor überhaupt aan boord had. Hij ging ongetwijfeld ten westen van de Botlek langs.

 

Om 08:20 was ik buiten, op de motor, want de beloofde wind kwam niet die dag.

En kwam om 12:40 uit het Oostgat. Het was daar verbazingwekkend rustig, wat wil je: geen wind en een flinke stroom mee. Op de GPS liep ik 6,5 knoop op het log 5,2 (dus 1,3 knoop stroom mee) en dat hield ik urenlang vol.

 

Om 14:00 zat ik dicht bij de boei MD3, een boei die deel uitmaakt van de shipping lane naar Rotterdam, die Dieter op weg naar Scheveningen moest volgen. Ik stuurde hem een mail dat ik daar nu zat, dat er helaas geen wind was, en vroeg waar hij was. Dieter antwoordde dat hij ook geen wind had, maar wel prima stroom mee. Hij gaf geen indicatie van zijn positie.

Toen wist ik dat mijn strategie werkte. Als deze ambitieuze man voor had gelegen, dan had hij heus wel zijn positie verteld. Nu lag ik, een half uur later vertrokken, en met een lagere kruissnelheid dus voor. Want hij was niet in de buurt want dan had ik hem kunnen zien. 

 

Rond 17:00 was ik bij  het slijkgat, en begon inderdaad stroom tegen te krijgen. Vanwege het watergebrek op de rivieren werd er gelukkig niet hard gespuid, dus de tegenstroom viel mee. 

Bij de Goerese Sluis werd ik snel geschut. En om 8 uur liep ik Hellevoetsluis aan. 

57 mijl op het log. 

Om 9 uur lag ik netjes afgemeerd in de box met de boel aan boord een beetje opgeruimd. Ik denk mijn snelste trip ooit van Zeebrugge naar H’sluis, maar nog altijd een lange dag. Meestal kom ik pas bij donker aan.

 

Woensdag 13 juli haalde Karien mij op en kwam ik weer thuis.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 



 

  



 

 

 

 

  




 


 


 


 


 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Comments

Popular posts from this blog

EEN INTEGRAAL SYSTEEM Deel I

Oudste kunstmatige Voorlezer (1972)